20150316 Advies obv art. 12.5 bij de vastgestelde begroting 2015 Sint Maarten

Op 6 februari heeft het College financieel toezicht (Cft) de vastgestelde begroting 2015 van Sint Maarten ontvangen. Op 16 februari heeft het Cft op basis van artikel 12 van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rijkswet) aanvullend geadviseerd op de vastgestelde begroting. Op 23 en 24 februari heeft het Cft overleg gevoerd met de vice-minister president, de minister van Financiën, de Raad van Ministers en de commissie Financiën van de Staten. Deze bestuurlijke overleggen hebben de zorgen van het Cft gedeeltelijk weggenomen, maar wel is de vraag herhaald om een nadere onderbouwing van de inkomstenverhogende maatregelen en een concrete oplossing voor de betalingsachterstanden. Alleen op basis daarvan kan beoordeeld worden hoe realistisch een begroting met een ontvangstenkader van ANG 445 miljoen is. Bij een voldoende mate van vertrouwen in deze raming, is met u afgesproken eind mei wederom de begroting te beoordelen op basis van art. 17 van de Rijkswet. Dan moet uit de realisaties immers blijken of het kader gerealiseerd kan worden terwijl tegelijkertijd aanvullende maatregelen dan nog mogelijk zijn. Eind mei moet ook duidelijkheid bestaan over de oplossing van de betalingsachterstanden. Voor wat betreft de compensatie van de tekorten van voor 2015 kan echter niet gewacht worden tot eind mei, om verder te gaan in het begrotingsproces moet daarover op korte termijn duidelijkheid ontstaan; de begroting voldoet immers op dit punt niet aan de normen van de Rijkswet. Op 2 maart heeft het Cft de reactie van het Bestuur (ex. art. 12 lid 4 Rijkswet) ontvangen. Hierbij ontvangt u conform artikel 12 lid 5 van de Rijkswet, de reactie van het Cft hierop. Artikel 13 lid 1 van de Rijkswet stelt dat u binnen een week, dus uiterlijk op 23 maart, dient te reageren op dit bericht, inclusief de gevraagde nadere onderbouwing. Op basis daarvan kan het Cft overgaan tot het informeren van de Rijksministerraad over de voortgang van de begroting en adviseren over de compensatie van tekorten uit voorgaande jaren.